Jaar 2007-2008 Cyclus A

 

Bezinning bij / surfen naar:

Zusters en broeders,

Eind vorig jaar verscheen er een boek waarin de privéontwikkelingsorganisaties zwaar werden aangevallen. Slechts een klein gedeelte van het geld dat jij en ik aan die organisaties geven, zou echt aan ontwikkeling besteed worden. Eigenlijk nogal verwonderlijk, aangezien de ‘privé’ toch de naam heeft niet slecht te werken. Als het om de ‘staat’ gaat, ja, dan hebben we nogal eens reden tot ongerustheid. Maar de privé?

Broederlijk Delen is een van die privéontwikkelingsorganisaties, en ik heb er het volste vertrouwen in. Voor alle duidelijkheid: Broederlijk Delen doet niet aan noodhulp, wel aan ontwikkelingshulp, en het is precies de manier waarop dat gebeurt die vertrouwen wekt. De organisatie geeft niet zomaar geld, maar werkt samen met 250 plaatselijke organisaties in 20 landen. Broederlijk Delen doet dus niet aan hulp van bovenuit, nee, de plaatselijke bevolking moet zelf initiatieven nemen om tot een beter leven te komen. Daarrond moet een organisatie groeien met welomschreven plannen en doelstellingen, en dan kan er bij Broederlijk Delen een aanvraag tot steun ingediend worden. Het gaat altijd om kleine projecten, bijvoorbeeld om watervoorziening, nieuwe landbouwtechnieken, kleine ondernemingen, hulp bij veeteelt op kleine schaal enz. Ook dit jaar is dat het geval: we steunen een boerengroep in Haïti. Het doel van die groep is de boeren bewust te maken, nieuwe landbouwtechnieken bij te brengen, sterker te staan door samenwerking enz. En ook: eerlijke prijzen te krijgen voor hun producten, zodat ze niet langer honger moeten lijden. Stel je voor: boeren die honger lijden! Toch is dat het lot van honderden miljoenen boeren in derdewereldlanden, omdat ze hun producten niet verkocht krijgen, bijvoorbeeld omdat er geen wegen zijn, en vooral: omdat ze niet opkunnen tegen ingevoerd voedsel uit het rijke westen. Voedsel dat, zoals je weet, met ons belastinggeld zeer zwaar gesubsidieerd wordt.

In 2006 beschikte Broederlijk Delen over 14 miljoen euro. Dat is een pak geld, maar het wordt goed besteed. 72 % gaat effectief naar ontwikkelingshulp, 16 % gaat naar bewustmaking en politiek werk in Vlaanderen. Dus ervoor zorgen dat we weten waarom we aan ontwikkeling doen. Dat gebeurt met films, lespakketten voor scholen en parochies, infoavonden enz. De overige 12 % gaat naar algemeen beheer en fondsenwerving, en, geloof me, dat is ongelooflijk weinig. Dat komt omdat Broederlijk Delen op zeer veel vrijwilligers kan rekenen. Om kort te zijn: koken kost geld. Welnu, Broederlijk delen kookt zeer veel voor zeer weinig geld. Ik denk niet dat er één organisatie is die 72 % van haar inkomsten effectief aan het doel kan besteden. En die het op zo’n goede manier doet, dus niet van hieruit ergens in de brousse dure westerse ideeën gaan neerpoten, maar projecten steunen die vanuit de plaatselijke bevolking zelf gegroeid zijn. Die bevolking weet immers zelf het best wat zinvol en haalbaar is, en ze zet er zich dan ook echt voor in. Ik denk dat we blij mogen zijn dat we daarbij kunnen helpen.

Zusters en broeders, in het evangelie van vandaag vallen me een paar dingen op. Vooreerst dat de apostelen in verband met die blindgeborene aan Jezus vragen wie gezondigd heeft: hijzelf of zijn ouders. Zoals de meeste joden dachten ze dat het je eigen schuld was als je er ellendig aan toe was. Ik dacht: de gelijkenis met onze houding is wel heel treffend. Ook wij hebben soms de neiging om te zeggen: als ze het ginder, ver van mijn bed, slecht maken, is dat hun eigen schuld. Dat komt omdat ze niet willen werken. Juist, ja, zoals de blindheid de schuld was van die man of zijn ouders, omdat ze zogezegd gezondigd hadden. En verder: veel farizeeën vonden dat Jezus van de duivel was, omdat hij die blinde op een sabbat had genezen, en op een sabbat mag je niets doen. Met andere woorden, voor de farizeeën was de sabbat een ideale uitvlucht om vooral niets te doen voor hun naaste. Welnu, soms hebben ook wij de neiging om vooral niets te doen, niet met de zondag als uitvlucht, wel omdat we zogezegd niet zeker zijn dat onze hulp wel goed besteed wordt.

Zusters en broeders, als we Broederlijk Delen steunen, dragen we bij tot het Rijk Gods, zo eenvoudig is dat. Want je weet: het Rijk Gods, dat is het rijk van liefde, vrede en rechtvaardigheid voor iedereen in deze wereld. God zelf is ons in Jezus de Rijk komen voorleven, en we worden opgeroepen daaraan mee te werken. Laten we vooral niet aarzelen om dat te doen. Van ganser harte, omdat we christenen zijn, dus volgelingen van Christus. Amen.


Download deze preek in Microsoft Word formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha